4. Maatregelen Natuurbrandbeheersplan

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven welke maatregelen er worden uitgevoerd om aan de gezamenlijk beleidsuitgangspunten en doelstellingen te voldoen. Op basis van de ‘Toolbox Gebiedsgerichte aanpak Natuurbandbeheersing’4 is uitgewerkt welke maatregelen in het gebied worden getroffen. De aanpak kent drie componenten: brandcompartimentering, beheer binnen een compartiment en voorbereiden op en faciliteren van brandbestrijding.

https://www.brandweernederland.nl/nieuws/toolbox-natuurbrandbeheersing-verzameling-van-informatie-en-best-practices/

4.1 Uitgangspunten voor de gebiedsgerichte aanpak

De in dit plan opgenomen doelstellingen bereiken we door een gebiedsgerichte aanpak. Gezamenlijk gaan we voor het zo slim en effectief mogelijk inrichten en beheren van de natuur, met als doel de kans op een onbeheersbare natuurbrand te verkleinen. Het gaat er hierbij om een gebied zelf intrinsiek zo weerbaar mogelijk te maken tegen brand. Brandbestrijdingstactieken en -technieken sluiten daarop aan. Daarbij gaan we uit van de volgende uitgangspunten:

  • Succesvolle vernatting beïnvloedt op termijn de brandveiligheidssituatie in het gebied in positieve zin. In dat geval heeft een aantal maatregelen een tijdelijk karakter;
  • We baseren ons zoveel als mogelijk op de werkzaamheden en aanpassingen zoals deze voorzien zijn in bestaande plannen (met name in Plan Leegveld en Groot onderhoud Peelkanalen) in dit gebied. We realiseren daarmee ‘werk met werk’ zodat de financiële dekking (grotendeels) al is voorzien. Daarnaast leidt dit tot zo min mogelijk aanpassingen in bestaande plannen en daarbij behorende planningen en vergunningen. Daarmee zijn resultaten op korte termijn haalbaar en zichtbaar. Bovendien worden de natuurdoelstellingen vanuit de Natura 2000-status op deze wijze zoveel als mogelijk gerespecteerd;
  • De kans op het beïnvloeden/beperken van het maximaal scenario in een brandcompartiment wordt bepaald door de bestrijdingsmogelijkheden in dat brandcompartiment;
  • De maatregelen in relatie tot de bestrijdbaarheid van een brand houden rekening met de binnen Veiligheidsregio Brabant Zuidoost en Veiligheidsregio Limburg Noord gehanteerde brandbestrijdingstactieken, -technieken en -materieel.

4.2 Randvoorwaarden voor de gebiedsgerichte aanpak

Naast uitgangspunten gelden een aantal randvoorwaarden waaraan te nemen maatregelen moeten voldoen:

Inrichting van het gebied:

  • Een zogenaamde ‘Natuurlijke Compartimentsgrens’ is zodanig ingericht dat een brand op die grens zonder inzet van de brandweer vanzelf stopt;
  • In beperkte mate kan deze brandcompartimentering ondersteund worden door inzet van de brandweer doch het hiermee ingezette potentieel is daarmee niet beschikbaar voor een inzet binnen het brandcompartiment;
  • Defensieve inzet binnen een compartiment met behulp van brandweer- of ander materieel – met name het aanleggen van een zogenaamde ‘stoplijn’ - is enkel mogelijk vanuit een infrastructuur die geschikt en voldoende veilig is voor het betreffende materieel en personeel;
  • De bluswatervoorziening in het gebied dient zodanig te zijn ingericht dat de te voorziene inzetscenario’s van de brandweer voldoende worden gefaciliteerd.

Beheer van het gebied:

  • Structureel vegetatie- en brandstofbeheer in het gebied is noodzakelijk. Dit draagt bij aan de weerbaarheid van het gebied tegen brand en vormen de basis voor een succesvolle brandbestrijding. Daarnaast wordt hiermee de kans op langdurige (rook)overlast na een eventuele brand gereduceerd.

4.3 De aanpak

Vanuit de voornoemde uitgangspunten en randvoorwaarden is een plan van aanpak tot stand gekomen dat op korte termijn haal- en uitvoerbaar wordt geacht en kan leiden tot een gebied dat zoveel als mogelijk ‘intrinsiek weerbaar’ is tegen een brand en dat daarnaast de bestrijding van een brand ondersteunt. Als referentiekader wordt als eerste de situatie in 2020 geschetst. Vervolgens wordt beschreven op welke wijze toegewerkt wordt naar het beoogde eindresultaat en daarmee een verbetering van de brandveiligheid in het gebied.

4.3.1 Brandcompartimenten, situatie 2020

Het ‘maximum scenario’ van een brand beslaat in principe het brandcompartiment waarin de brand is ontstaan. Tijdens de brand van 2020 zagen deze compartimenten er als volgt uit:

Visuele weergave van de brandcompartimentering situatie 2020, 2 gebieden van respectievelijk 1.129 en 978 hectare groot.

Brandcompartimentgrootte

Er was feitelijk sprake van twee brandcompartimenten; Deurnsche Peel en Mariapeel. De grens tussen deze twee gebieden was overigens niet als een houdbare brandcompartimentsgrens uitgevoerd. Deze heeft tijdens de brand in 2020 wel als zodanig gefunctioneerd aangezien weersomstandigheden daarvoor gunstig waren.

Bestrijdbaarheid

Het terrein was voor brandweereenheden niet toegankelijk. Bestrijding binnen een compartiment was daarom nauwelijks mogelijk.

Waarschijnlijk scenario

Het afbranden van één brandcompartiment. Tijdens de brand is daadwerkelijk ruim 700 hectare van een compartiment van 1129 hectare afgebrand.

4.3.2 Brandcompartimenten; eindresultaat aanvang 2023

Dit plan voorziet in het realiseren van de indeling van het gebied in vier compartimenten. De eerste inzet van de brandweer zal – nadat een offensieve aanpak van de brand niet mogelijk is gebleken – overgaan naar een defensieve tactiek waarbij in eerste instantie de focus op de naastliggende brandcompartimenten is gericht. Tegelijkertijd is er aandacht voor specifieke objecten en andere aandachtspunten in het getroffen brandcompartiment. Als die inzet succesvol is wordt aansluitend en daar waar mogelijk de bestrijding van de brand in het brandcompartiment opgepakt. De mogelijkheden hiertoe binnen de verschillende brandcompartimenten zijn beperkt, divers en afhankelijk van veel factoren.

Visueel ziet de te realiseren compartimentsindeling er als volgt uit:

Visuele weergave brandcompartimentering 2023, 4 gebieden van respectievelijke 305, 824, 768 en 210 hectare groot.

4.3.3 Maatregelen

Om te komen tot de brandcompartimentsindeling die hiervoor beschreven is, worden onderstaande compartimentsgrenzen gerealiseerd:

Visuele weergave van de compartimentsgrenzen

Legenda kaart brandcompartimentsgrenzen

Zwarte ononderbroken lijn:

  • Kwaliteit: Brandcompartimentsgrens.
  • Functie: Tegengaan van branduitbreiding buiten het getroffen brandcompartiment.
  • Uitvoering: Het gebied / de vegetatie op deze lijn is zodanig ingericht dat zonder inzet van de brandweer de brand stopt.
  • Kans op succes: Zeer waarschijnlijk.
  • Invloed op max. scenario: Groot.

Groene ononderbroken lijn:

  • Kwaliteit: Brandcompartimentsgrens.
  • Functie: Tegengaan van branduitbreiding buiten het getroffen brandcompartiment.
  • Uitvoering: Het gebied / de vegetatie op deze lijn is zodanig ingericht dat het – ondersteund door een beperkte inzet van de brandweer - de brand stopt. De wegen zijn structureel bereikbaar voor m.n. tankautospuiten en ander brandweermaterieel en passend bij de te hanteren bestrijdingstechniek.
  • Kans op succes: Waarschijnlijk.
  • Invloed op max. scenario Groot.

Binnen deze compartimenten worden maatregelen genomen gericht op preventief beheer en maatregelen ten behoeve van bestrijding:

Visuele weergave van het beheer en bestrijdbaarheid binnen alle compartimenten uit het Natuurbrandbeheersplan.

Legenda kaart beheer en bestrijdbaarheid

Zwarte ononderbroken lijn:

  • Kwaliteit: Sub-Brandcompartimentsgrens.
  • Functie: Mogelijk maken van brandbestrijding met inzet van tankautospuiten, eventueel ondersteund door ander materieel en personeel, waarmee de brand op deze lijn mogelijk gestopt wordt.
  • Uitvoering: De wegen/kades zijn structureel bereikbaar voor m.n. tankautospuiten en ander brandweermaterieel, de vegetatie is aangepast aan de te gebruiken bestrijdingstechniek.
  • Kans op succes: Mogelijk.
  • Invloed op max. scenario: Beperkt.

Blauwe onderbroken lijn:

  • Kwaliteit: Sub–Brandcompartimentsgrens.
  • Functie: Mogelijk maken van brandbestrijding met inzet van andere middelen dan tankautospuiten (giertonnen, handcrew e.d.) waarmee de brand op deze lijn mogelijk gestopt wordt.
  • Uitvoering: Toegankelijk m.n. voor loonwerkers, vegetatie aangepast.
  • Kans op succes: Twijfelachtig.
  • Invloed op max. scenario: Groot.

Blauwe cirkels:

  • Locaties brandstofbeheer.
  • Functie: Verminderen hoeveelheid brandbaar materiaal om intensiteit van een brand alsook extreem vliegvuur (adelaarsvaren) te voorkomen.
  • Uitvoering: Maaien (en afvoeren), begrazen, beheerbranden.
  • Kans op succes: Waarschijnlijk.
  • Invloed op max. scenario: Redelijk.

Brandcompartimentgrootte

Er is sprake van twee grote en twee kleinere compartimenten. De bandcompartimentgrootte varieert van 210 ha tot 824 ha.

Bestrijdbaarheid

De groene grenzen vragen eerst aandacht van de brandweer. Aansluitend is brandbestrijding met brandweereenheden in de brandcompartimenten enkel mogelijk over de groene en roze lijnen. Inzet andersoortige middelen (zoals loonwerkers) is in theorie mogelijk, ook over de blauwe lijnen, maar van veel factoren – met name veiligheid personeel – afhankelijk.

Waarschijnlijk scenario

Maximaal één volledig brandcompartiment. Er is zeer beperkte kans op verkleinen van het scenario door aanleg ‘stoplijnen’ (zie stippellijnen).

Bij het inschatten van dit scenario is uitgegaan van de ‘gangbare’ weersgesteldheid. De omstandigheden voor en tijdens de laatste brand in april 2020 waren extreem waardoor bij vergelijkbare omstandigheden er een gerede kans bestaat dat dit scenario – ondanks de maatregelen - overschreden wordt.

Kosten

Aangezien het plan grotendeels gebaseerd is op de reeds bestaande aanpassingen in/aan het gebied zijn daarmee de meeste kosten gedekt. Voor de aanvullende maatregelen (aanpassing kades, aanleg bluswatervoorziening, brandstof- en vegetatiebeheer) heeft Staatsbosbeheer een projectsubsidie ontvangen (‘Herstelmaatregelen en brandpreventie Deurnsche Peel 2e tranche’) en deze is naar verwachting toereikend. Deze subsidie is overigens niet inzetbaar voor maatregelen in de Mariapeel (4.3.4 zie knelpunten). Naast deze subsidie kan een aantal werkzaamheden worden uitgevoerd vanuit Natura 2000- maatregelen.

Voor de structurele kosten voor onderhoud en instandhouding zijn de bestaande middelen voor de Deurnsche Peel en Mariapeel toereikend.

Tijdpad

De initiële werkzaamheden vanuit de projecten Leegveld en Groot onderhoud Peelkanalen worden in Q4 2022 afgerond. Daarnaast moeten structurele maatregelen worden opgenomen in het nieuwe Natura 2000-beheerplan.

Direct omwonenden

Aan de randen van het gebied bevinden zich woningen en bedrijven die met hun perceel direct grenzen aan het gebied. Om deze percelen te beschermen en weerbaarder te maken zijn er mogelijk extra maatregelen in beheer en inrichting noodzakelijk. Dat geldt zowel voor de directe strook aangrenzend aan het perceel als het perceel zelf. Dat vraagt om nauw overleg met en directe betrokkenheid van de eigenaren van deze percelen bij de te nemen maatregelen. Gezamenlijk wordt bepaald in hoeverre maatwerk nodig en/of wenselijk is. Omwonenden dienen daarbij handelingsperspectief te krijgen en te weten wat zij zelf kunnen doen (terreininrichting en vegetatiebeheer) om de kans op het overslaan van een brand van de vegetatie naar een gebouw verminderen. Maar eveneens vice versa: het beperken van de kans van overslaan van een brand op een perceel naar het natuurgebied.

4.3.4 Knelpunten

Geen financiële dekking Mariapeel.

Voor de uitvoering van de maatregelen in de Deurnsche Peel zijn de bestaande middelen (beheer) en een ontvangen subsidie toereikend om de kosten te dekken. Voor de Mariapeel is dit echter niet het geval. Omdat de Mariapeel grondgebied is van de Provincie Limburg wordt daar via de Provincie Noord-Brabant een verzoek neergelegd om middelen beschikbaar te stellen.

4.4 Planning en uitvoering

Er wordt een uitvoeringsplan opgesteld waarin de te nemen maatregelen en een planning in tijd zijn opgenomen. Omdat de voorgestane aanpak grotendeels aansluit op de lopende werkzaamheden van het project Leegveld is de uitvoering in feite al volop gaande. De voortgang van de te nemen maatregelen wordt bewaakt door de gebiedscommissie en daarom periodiek geagendeerd. Het uitvoeringsplan is een dynamisch document dat continue wordt geactualiseerd en/of bijgesteld.