1. Inleiding Natuurbrandbeheersplan
1.1 Context
In april 2020 vond een onbeheersbare natuurbrand plaats in de Deurnsche Peel. Deze brand had veel impact op de omgeving. Bewoners moesten tijdelijk hun woning verlaten, er was langdurige rookoverlast en circa 710 hectare natuurgebied is afgebrand. De brand leidde tot verschillende vragen en onderzoeken.
Eén daarvan betrof een onderzoek naar de (bestuurlijke) samenwerking om een onbeheersbare natuurbrand te voorkómen. Uit het onderzoek blijkt dat samenwerking tussen de diverse partijen versterkt moet worden. Daarnaast is vastgesteld dat bij het opstellen van plannen voor natuurgebieden, waaronder de Deurnsche Peel, onvoldoende aandacht is voor brandveiligheid. Dat geldt zowel voor het bepalen van de natuurdoelstellingen als voor het inrichten van deze gebieden en het beheren daarvan. De uitkomsten van dit onderzoek zijn samengevat in het rapport “De Peel in Brand” uit 2020.
Gelijktijdig met het hierboven genoemde rapport heeft Wageningen University & Research (WUR) een tweede onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek gaat over het beheer en onderhoud van een natuurgebied in relatie tot de brandveiligheid in dat gebied. Centraal staat de vraag hoe het inrichten en beheren van het natuurgebied het ontstaan, de ontwikkeling en de bestrijding van branden beïnvloeden.
Uit beide onderzoeken blijkt dat het vraagstuk urgent is. Immers: het klimaat verandert, waardoor het risico op natuurbranden toeneemt. Een centrale opdracht vanuit het rapport “De Peel in Brand” is door de commissaris overgenomen en als opdracht neergelegd bij de verschillende gebiedscommissies natuurbrandbeheersing in Noord-Brabant. Deze opdracht is dat een natuurbrandbeheersplan centraal moet staan.
Hiermee is niet gezegd dat natuurbranden altijd voorkomen kunnen worden. Uitzonderlijke situaties zullen er altijd zijn. Maar de natuurbrandbeheersing kan en moet beter.
1.2 Doel natuurbrandbeheersplan
De Gebiedscommissie Natuurbrandbeheersing heeft als doel om een natuurbrand te voorkomen die voor de gebiedscommissie niet meer te accepteren is. Om te kunnen bepalen wanneer zich dit voordoet is dit natuurbrandbeheersplan opgesteld waarin de gedeelde opvatting over het gebied is omschreven in samenhang met de doelstellingen voor brandpreventie en –bestrijding.
Dit is een dynamisch document dat periodiek geactualiseerd moet worden.
1.3 Samenstelling Gebiedscommissie Natuurbrandbeheersing
De gebiedscommissie is een bestuurlijke samenwerking onder voorzitterschap van de burgemeester. De gebiedscommissie bepaalt gezamenlijk welke partijen bestuurlijk vertegenwoordigd moeten zijn.
De gebiedscommissie is verantwoordelijk voor het opstellen van het natuurbrandbeheersplan. Tijdens en na het opstellen bewaakt de gebiedscommissie de voortgang, geeft richting en stelt prioriteiten en neemt beslissingen over bestuurlijke dilemma’s en uitgangspunten. Zo nodig signaleert de gebiedscommissie knelpunten en rapporteert deze aan de commissaris van de Koning in Noord-Brabant.
De gebiedscommissie Deurnsche Peel & Mariapeel (hierna: gebiedscommissie) bestaat uit de volgende deelnemers: burgemeester gemeente Deurne, provinciehoofd Staatsbosbeheer Noord-Brabant, adviseur natuurbrandbeheersing Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, lid dagelijkse bestuur Waterschap Aa en Maas, ambtenaar rampenbestrijding gemeente Deurne (secretaris/notulist).
Eén deel van het gebied, de Mariapeel, ligt in de provincie Limburg. In Limburg zijn de Veiligheidsregio’s regisseur van preventie en aanpak natuurbranden. Daarom vindt er over het natuurbrandbeheersplan afstemming plaats tussen Veiligheidsregio Brabant- Zuidoost en Limburg-Noord. De burgemeester van de gemeente Horst aan de Maas is agenda lid van de gebiedscommissie.
De gebiedscommissie wordt ambtelijk ondersteund door een vertegenwoordiging van deze organisaties. Naar behoefte kan vertegenwoordiging van andere organisaties (tijdelijk) worden toegevoegd.
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft het gebied, inclusief risico’s en relevante ontwikkelingen. In hoofdstuk 3 zijn de opvattingen over het gebied opgenomen met de doelen en uitgangspunten voor de aanpak. Hoofdstuk 4 beschrijft de te nemen maatregelen om de brandveiligheid in het gebied te vergroten en hoofdstuk 5 gaat nader in op communicatie.