Kazemat Peel-Raamstelling

In de Peel-Raamstelling in Deurne is een enkel restant van een kazemat van het G-type bewaard gebleven.

Beschrijving

De Peel-Raamstelling

De stelling begon aan de Maas, ter hoogte van Grave om via Mill, door de Peel en langs de Zuid-Willemsvaart aan de Belgische grens bij Weert te eindigen. Zij kon tussen Meijel en De Rips, vooral rond Griendtsveen, profiteren van een natuurlijke bescherming door de drassige veenmoerassen van de Peel en een aantal reeds bestaande wateren, zoals de Graafse Raam, de Helenavaart en de Noordervaart. Langs het noordelijk deel had men een kunstmatige barrière aangebracht in de vorm van het Defensiekanaal. Onder andere kazematten, prikkeldraadversperringen en vrije schootsvelden waren onderdeel van de verdediging.

Kazematten

De kazematten stonden op zo'n 200 meter van elkaar, soms op kortere afstand. Toch was er nauwelijks verbindingen tussen de kazematten onderling. De hoofdmacht van de infanterie zat ver achter de kazematlinie in loopgraven. Daardoor kon geen directe steun worden gegeven. Toch was de Peel-Raamstelling een stelling waarmee een vijand rekening moest houden.

De Peel-Raamstelling bestond uit een aaneengesloten strook van inundaties (onderwaterzettingen) en versperringen. Daarbij werd ook gebruik gemaakt van bestaande waterwegen zoals het Kanaal van Deurne en de Zuid-Willemsvaart. Tussen Mill en Griendtsveen werden deze natte versperringen versterkt door de aanleg van het Defensiekanaal.

Kazemattenlinie

Direct achter deze natte versperringen lag een kazemattenlinie. Ter hoogte van de geïnundeerde delen van de stelling was deze echter minder zwaar. Het merendeel van de kazematten die hiervoor gebruikt werd waren van de volgende modellen:

  • Type S - ook wel stekelvarken genoemd - een lichte kazemat met 3 schietgaten. Deze kazematten waren bewapend met één lichte mitrailleur en lagen tussen de 200 à 400 meter van elkaar af om zowel flankerend en frontaal vuur uit te kunnen brengen. Dit model was vrij kwetsbaar vanwege hun afmetingen en grote schietgaten. Veel van dit model kazematten werd dan ook uitgeschakeld door een directe treffer op een van de schietgaten. 
  • Type B - een flankerende kazemat van gewapend beton. Deze kazematten waren bewapend met één zware mitrailleur en lagen ongeveer 1000 meter van elkaar af. Door middel van een voorgelegen zware dekking van gewapend beton waren ze beveiligd tegen directe treffers op het schietgat.
  • Type G - kazematten met een gietstalen koepel in een betonnen ombouw. Ook deze kazematten waren bewapend met één zware mitrailleur en dienden om frontaal vuur af te geven op doorgangen in de stelling. Dit model kazemat was van een klein model waardoor ze een moeilijk doel waren voor vijandelijk vuur.

Bij het wegen- en kanalenknooppunt van Nederweert werden nog 5 zware rivierkazematten aangelegd. Verder werden er - in afwachting van de bouw van de definitieve versterkingen - door de troepen van de Peeldivisie een aantal kazematten/schuilplaatsen gebouwd. Deze waren van afwijkende modellen. Een aantal van deze is nog te vinden langs de Zuid-Willemsvaart tegenover Weert.

De ruimten tussen de kazematten langs het Defensiekanaal werden verder afgesloten met prikkeldraadversperringen. Achter het Defensiekanaal werden verder nog mijnenvelden, loopgravenstellingen, commandoposten en afwachtingsdekkingen aangelegd.

Vak Bakel

Binnen de Peel-Raamstelling lag het zo genaamde ‘Vak Bakel’ dat sinds de voormobilisatie in april 1939 door het 27e Regiment Infanterie, onderdeel van de Peeldivisie, werd bezet. Commandant van ‘Vak Bakel’ was de reserve luitenant-kolonel F.N.F. van der Schrieck en de commandopost was ingericht in villa De Romeijn in Deurne.

Restanten

Onderdeel van de voormalige Peel-Raamstelling zijn kazematten van het type S. Hiervan zijn enkele restanten bewaard gebleven.

In de Peel-Raamstelling te Deurne is een enkel restant van een kazemat van het G-type bewaard gebleven. Het ontwerp van deze G-kazematten dateert uit 1939 en werd getekend door het Centraal Inundatie en Technisch Bureau. Zij dienden voor de grensverdediging tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

De kazemat werd gebouwd onder leiding van het Bureau Stellingbouw van de Nederlandse genie. 
In Deurne is het werk, net als die van de S-kazematten, in 1939 aanbesteed aan de aannemer Fa. J. van Rossum te 's-Gravenhage. Vertraagd door de strenge vorst van de winter 1939-1940 werden de werken pas op 26 maart 1940 opgeleverd.

In de verdedigingslinie was ook een Defensiekanaal opgenomen. In de herfst van 1939 werd begonnen met het graven van dat kanaal en op 10 mei 1940, de dag dat de Duitsers Nederland binnenvielen en de Tweede Wereldoorlog een feit werd, was het zo ongeveer klaar.

Ten noordwesten van de kruising van het Kanaal van Deurne met de Kanaalstraat staat het betonnen restant van een G-kazemat, waarschijnlijk met piketnummer G 214. Te beoordelen aan het betonnen omhulsel van de kazemat gaat het hier om een G (180) lv.

Kazemat type G

In tegenstelling tot de oorspronkelijke plannen werd in de Peel-Raam-stelling slechts een klein aantal G-kazematten gebouwd. Reden hiervoor was de schaarste aan staal. Deze gietijzeren kazematten stonden alle nabij de voornaamste toegangswegen naar de linie en vuurden frontaal in het schootsveld. Op deze manier kon het oprukken van vijandelijke eenheden naar de linie worden verhinderd. Uitgerust met een lichte of zware mitrailleur konden de kazematten ver voor het Defensiekanaal vuur uitbrengen. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn alle G-kazematten in de Peel-Raamstelling door de Duitse bezetter opgeblazen.

De G-kazematten in de Peel-Raamstelling bestonden uit een 9,5 ton zware gietstalen koepel met een 10 cm dikke wand. Deze koepel was gefundeerd in een zware, gewapend betonnen omhulling. De kazematten hadden een nagenoeg vierkante plattegrond. Het schietgat staat altijd min of meer frontaal op de frontlijn en werd daarom zo klein mogelijk gehouden. Dat maakte het plaatsen van rechtstreekse treffers door vijandelijk vuur veel moeilijker. In de keelzijde bevond zich, al naar gelang het type, aan de boven- of onderzijde een stalen toegangsdeur. Afhankelijk van de hoek waarin het schietgat op de ingang staat spreekt men van een G (90), (135), (180), (225) of (270). Afhankelijk van de toepassing van een hoog (h), dan wel laag (l) geplaatste toegangsdeur, van de aanwezigheid (v) dan wel afwezigheid (z) van een verhoogd betonblok aan de achterzijde van de koepel, en van de aanwezigheid van een klimkoker (k) worden verschillende letters aan de type-codering toegevoegd.

Van de opgeblazen kazemat resteren de betonnen werken. Het betreft de afgeschuinde frontwand, de zijwanden en de achterbouw met een deel van het verhoogde betonblok. De zijwanden vertonen aan de binnenzijde duidelijke sporen van de koepel (rondingen).

De G-kazemat is van algemeen belang. Het object heeft cultuur-historische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele en geografische ontwikkeling. Het vertegenwoordigt de versterking en daaropvolgende verdediging van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is daarmee als zodanig een belangrijk document van de militaire geschiedenis. Het is van architectuur- en bouwhistorisch belang vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de toepassing van moderne materialen en technieken. Met name de verwerking van gewapend beton was modern in die tijd.

De kazemat is een essentieel onderdeel van een groter geheel, dat cultuurhistorisch van belang is. Daarbij is het van belang vanwege de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing en de historisch-ruimtelijke relatie met wegen, wateren en bodemgesteldheid. Het geheel heeft een grote belevingswaarde en is als grootschalig militair complex en herinnering aan een belangrijke episode uit de nationale geschiedenis zeldzaam. (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).

Over het kunstwerk

  • Locatie: Hogebrug, Liessel
  • Materiaal: Beton
  • Jaar van plaatsing: 1940