Grenspaal Peellimieten
De grenspalen Peellimieten kennen een lange geschiedenis.
Beschrijving
De Peel
De barre natuurlijke omstandigheden maakten de Peel, die is ontstaan op de Peelrandbreuk, vroeger moeilijk toegankelijk. Het woeste heide- en hoogveengebied vormde globaal de grens tussen Limburg en Noord-Brabant, van Roermond tot Grave. Maar in dit ruige en onontgonnen gebied was het lastig om een grens duidelijk aan te geven. Daardoor ontstonden onderlinge ruzies van de vroegere bewoners en overheden over het beheer. Grenspalen, die dienden als grensmarkering, werden dan ook regelmatig weggehaald en verplaatst.
Paal tussen Soemeer en Broemeer
Bij het ‘Tractaet van Venlo’ in 1716 werd bepaald dat de grens van de Vossenholen naar de Eijndepaal in één rechte lijn moest lopen. Tijdens de aanleg van de grenssloot bleek dat de grens dwars door een meer liep. Daarom werd hier een kleine knik in de rechte lijn gemaakt en een nieuwe grenspaal geplaatst, namelijk tussen het Soemeer en Broemeer.
Bruine meren
In oude middeleeuwse teksten is sprake van de beide ‘Bruine meren’. Deze namen duiden er op dat ze bruin peelwater bevatten. In het westen - in Brabant - lag ‘Soemeer’ - van waaruit later de Soeloop is aangesloten. In het oosten - in Limburg – lag ‘Broemeer’ (= Bruinmeer). Het woord ‘Soe’ verwijst naar het oude Brabantse woord ‘soei’ dat vuil water betekent. Het woord werd ook gebruikt voor rioolwater en rioolvoorzieningen.
Vanwege deze meren is bij de ontginning na 1860 de Helenavaart ook in een knik gelegd. De Helenavaart werd gegraven voor de ontginning en de turfwinning.
Lager gelegen
Wanneer je een grenspaal bekijkt, moet je je realiseren dat deze niet meer op de originele hoogte staat, maar een heel stuk lager door het weghalen van de turflagen.
Beperkte doorgang door de Peel
Het uitgestrekte gebied van de Peel vormde eeuwenlang de grens tussen het Hertogdom Brabant en het Overkwartier van Gelre (nu Noord-Limburg). In het noorden grensde het aan het land van Cuijk en het land van Ravenstein/Uden. De Peel was maar op een paar plaatsen goed te passeren. Zo liepen de voornaamste oude routes tussen Brabant en Gelre vanaf Helmond-Gemert-Bakel en Deurne-Milheeze door de Peel naar Venray en omgekeerd. Alle routes liepen langs het ‘logement-tapperij De Hazenhut’, een rustplek in een woeste omgeving. Er liep ook nog een middeleeuwse verbindingsroute van Deurne, Zeilberg (genaamd Swartebaen) via de Vossenholen en vervolgens naar Veulen, Leunen en Venray.
Gebruik van de Peel
In de periode 1300-1330 werd de Peel door de verschillende Hertogen en Landsheren aan de omwonenden als gemeenschappelijk gebied (gemeijnte) tegen betaling verhuurd of in eeuwigdurend gebruik uitgegeven. Meestal vormden de waterscheidingen de daadwerkelijke gebruiksgrenzen tussen de diverse dorpen, streken en landen. De dorpelingen konden tegen betaling heiplaggen steken, bijenkassen plaatsen en er schapen en runderen laten grazen.
Conflicten in de Peel
Regelmatig waren er ruzies tussen de dorpsbesturen van de buurtschappen Bakel, Milheeze, Deurne en Liessel (Brabant) met de buurtschappen aan de andere kant Merselo en Venray (Limburg) over de juiste plaats van de grens. De ruzies gingen vooral over de exacte locatie van de scheidingsgrens, toen aangeduid met grenspalen. Behalve de grensincidenten waren er over en weer irritaties over het illegaal turfsteken en het laten grazen van schapen en runderen op elkaars grondgebied. Maar ook door het plaatsen van bijenkorven zonder daarvoor te betalen, vaak zelfs van mensen uit Goch en Straelen (nu Duitsland) liepen de gemoederen hoog op. Het gevolg was veel trammelant, dat nogal eens uitliep op arrestaties, gijzelingen, vechtpartijen en zelfs moord en doodslag.
Vastleggen van de Peelgrenzen
De hoge landsheren kwamen er regelmatig aan te pas om te bemiddelen bij ruzies. Vaak moesten daarvoor oude gebruiksgrenzen opnieuw worden ingemeten en nieuwe grenspalen worden opgericht. Maar de bewoners bleven ruzie maken. Rond 1550 was het de voorlaatste keer dat deze ruzies grootschalig in ‘Vrede gelegd’ werden. Dit was op het einde van de periode van de Gelderse oorlogen. Keizer Karel V, die als opperlandsheer regeerde, legde de ‘Vrede’ op aan alle ruziënde gebieden. In 1629 werd Den Bosch door de ‘Staatsen’ in Den Haag veroverd en werd de binnenlandse grens in de Peel een staatsgrens. De grenskwesties gingen daardoor op staatsniveau onderdeel vormen van de wederzijdse oorlogs- en vredesonderhandelingen. Het Overkwartier van Gelre werd aanvankelijk bestuurd vanuit Roermond en later vanuit Brussel, terwijl Den Haag de dienst uitmaakte in Brabant. Dit duurde tot 1716.
Het ‘Tractaet van Venlo 1716’
Aan een lange periode van veel grensincidenten werd uiteindelijk in 1716 voor de laatste keer een eind gemaakt. Aan het einde van de Spaanse Successieoorlog met Frankrijk had Pruisen (de bondgenoot van de Republiek der Verenigde Nederlanden) bij de Vrede van Utrecht in 1713 uit de erfenis van de Spaanse Nederlanden het gebied van Het Overkwartier van Gelre verkregen. De Republiek der Verenigde Nederlanden en de regering van Pruisen sloten in 1716 het ‘Tractaet van Venlo’. Daarbij werden de oude grenskwesties geregeld en beslecht. Dit was niet naar de zin van de Brabantse dorpen aan de grens van de Peel. Die vonden dat ze bestolen waren van een groot gebied dat ze ongewild moesten afstaan.
De grenspalen door de Peel
Bij het ‘Tractaet van Venlo’ werd onder andere opgelegd dat de grens tussen de beide Staten definitief werd ingemeten, uitgezet en voorzien van 5 nieuwe hardstenen grenspalen en één bestaande hardstenen grenspaal. Ook werd een nieuwe grenssloot gegraven tussen de grenspalen. De nieuwe grens ligt tot nu toe op dezelfde plaats. Ze vormt nu nog steeds een ca. 22 km lang deel van de provinciegrens tussen Noord-Brabant en Limburg, vanaf de Vredepaal bij De Rips/Oploo en Vredepeel in het noorden en de Eijndepaal bij Helenaveen/Grashoek-Helden in het zuiden.
Gemeentelijke Peelontwikkelingen
Tijdens de Franse overheersing (1810-1814) werden de ‘Heerlijke rechten’ van hertogdommen en koninkrijken afgeschaft. Onder Thorbecke werd in 1848 door middel van grondwetsherzieningen het gehele peelgebied privaatrechtelijk eigendom van de gemeentes in de Peel. Hierdoor werd het vroegere recht van de inwoners van het gezamenlijke gebruik van de Peel afgeschaft. Dit leidde tot planmatige gemeentelijke ontwikkeling van het grote woeste en onontgonnen gebied.
Ontginning van de Peel
Vanaf 1860 begonnen de gemeentes in de Peel actief met het ontwikkelen van de gebieden, zoals door het industrieel turfsteken en vervenen. Maar ook door het stimuleren van de schapenhouderij en boekweitteelt. Ook waren er activiteiten op het gebied van grootschalige landbouwontwikkeling, bosaanleg en - exploitatie. In de 20e eeuw werden grote landbouw ontginningsmaatschappijen zoals Heidemij en Grontmij er actief. Deze activiteiten stonden aan de basis van de huidige welvaart in de Peel, die pas echt begon na de Tweede Wereldoorlog. De nog niet ontgonnen peelgebieden worden nu gekoesterd en beheerd door Natuur- en Landschapbeheer. De Deurnese Peel, de Mariapeel en de Klotterpeel zijn daar voorbeelden van.
Project ‘De Historische Peellimieten 1716’
Het plan voor de reconstructie van de 7 historische grenspalen en -locaties is een initiatief van de Commissie Peelgrenspalen 1716. Deze commissie bestaat uit een aantal leden van de Heemkundekringen: De Rips, Deurne, Venray, Merselo en Ysselsteyn.
Uiteindelijk is het plan in 2008 gerealiseerd door de gemeente Deurne en de Commissie Peelgrenspalen 1716 in samenwerking met de andere betrokken gemeenten Sint Anthonis, Gemert-Bakel, Venray, Horst aan de Maas, Sevenum en Helden.
Financiële steun van de provincies Noord-Brabant en Limburg, de Europese Unie (EFRO), het Waterschap Aa en Maas, het ANWB-fonds, de gemeentes Sint Anthonis, Gemert-Bakel, Venray, Horst aan de Maas, Sevenum, Helden en Deurne maakte de realisatie mogelijk.
Over het kunstwerk
- Locatie:
- Langstraat 97, Deurne
- Koolweg 36B, Deurne
- t.h.v. Griendtsveens weg 30, Deurne