Het toverstokje van de burgemeester

Burgemeester Greet Buter, gemeente Deurne, auteur van deze column

De regelmatige lezer van deze column zou kunnen denken dat mijn (werk)weken een aaneenschakeling zijn van jubilea, bijzondere verjaardagen, bezoekjes aan verenigingen, bedrijven en andere mooie ontmoetingen. Hoewel ik erg van die momenten en ontmoetingen geniet, vormen ze maar een klein gedeelte van het werk. Maar wel het deel waar ik u graag over vertel: het zogenaamde ‘lief’. Naast dat ‘lief’ is er natuurlijk ook altijd het ‘leed’. Wanneer gezinnen, families, buurten iets verschrikkelijks meemaken. Ook in die gevallen zoek ik vaak even contact, maar u begrijpt dat dit meestal geen geschikte kost is voor een column.

Verder bestaat het leven van elke burgemeester uit veel vergaderen en bespreken. Met het college, de ambtenaren en de gemeenteraad over zo ongeveer alles wat onze gemeente Deurne aangaat. Met de collega’s in de regio over samenwerken, maar ook over ondermijning en veiligheid. Dit zijn een paar voorbeelden, maar de werkweek is er binnen de kortste keren mee gevuld.

Er zijn veel mensen die denken dat burgemeesters de baas zijn in de gemeenten en daardoor overal het laatste woord in hebben. Dat is niet zo, gelukkig maar. Als burgemeesters kunnen we alleen goed werken samen met anderen: de gemeenteraden, de colleges en ook alle inwoners. Dat proberen we allemaal zo goed mogelijk te doen. Er is eigenlijk maar één echte uitzondering wanneer we als burgemeesters wel de baas zijn: als de openbare orde onder druk staat.

Dat neemt niet weg dat ik af en toe een toverstokje zou willen hebben. Om alles in één keer goed te maken. Naar ieders tevredenheid. Maar helaas. Net als sprookjes niet bestaan, is een toverstokje voor burgemeesters ook fictie.