Mijn leven, mijn regels?
Een paar weken geleden fietste ik in mijn eentje op een zomerse avond rond in onze mooie omgeving. In een van onze buurgemeenten stond een auto geparkeerd met de tekst: my life, my rules. Mooi uitgangspunt, dacht ik nog, maar hopelijk niet in het verkeer!
En al fietsend liet ik die gedachte nog eens door mijn hoofd spelen. Mijn leven, mijn regels… wat zou dat betekenen? In de drukte van het verkeer zijn regels heel handig: rechts rijden, 30 rijden in het dorp, zeker bij plaatsen met veel voetgangers of schoolkinderen, verkeer van rechts heeft voorrang, tenzij… Rood stoplicht? Stoppen! Zonder deze regels gaat het alleen maar goed als er geen andere weggebruikers zijn – en dat gebeurt niet zo vaak. Ze helpen bij de voorspelbaarheid en de veiligheid op straat.
Nu zijn er ook regels waarvan je soms kunt denken: handig voor anderen, maar niet voor mij. Bijvoorbeeld: wegen die alleen voor bestemmingsverkeer toegankelijk zijn. Moeilijk te controleren en wie heeft daar nou last van? Ik kan er toch gewoon langs… Doe je dat dan, of juist niet? En waarom?
Zo is het ook met andere geschreven en ongeschreven omgangsvormen. Wie houdt er niet de deur even open voor iemand die vlak achter haar loopt? In de winkel is degene die het langste wacht als eerste aan de beurt. Dat zijn vooral de ongeschreven regels. Kenmerk daarvan is dat deze ontstaan zijn op basis van normen en waarden, hoe gaan we met elkaar om.
Uit onderzoek blijkt dat wij binnen onze samenleving een aantal ‘deugden’, oftewel ‘goede eigenschappen’ belangrijk vinden. De belangrijkste daarvan: verantwoordelijkheid nemen, respect voor elkaar, actief meedoen, vrijheid, behulpzaam zijn, betrokkenheid en duurzaam leven. Als dat ook de uitgangspunten zijn bij ‘my life, my rules’, dan komt het vast wel goed.